WIA: WAO en WW ineen
De WIA is kort gezegd de opvolger van de WAO, maar wel een opvolger met heel wat haken en ogen en ingewikkelde regelgeving.
Verschillende soorten uitkering
Binnen de WIA kennen we de IVA, de WGA, de LGU, de LAU (eigenlijk zelfs de LAU 1 en de LAU 2) en de VVU. Het maakt nogal uit welk soort uitkering je hebt. Zo zijn genoemde smaken behalve de VVU (vervolguitkering) gebaseerd op het loon dat u verdiende voordat u arbeidsongeschikt werd, maar de VVU op het minimumloon.
Het uitkeringspercentage is ook bij de diverse smaken verschillend. Bij de IVA (inkomensvoorziening volledig en duurzaam arbeidsongeschikten) bedraagt dit percentage 75, bij alle anderen 70, waarbij de VVU opnieuw de uitzondering vormt en het percentage afhangt van de mate van arbeidsongeschiktheid.
Eerlijke korting van inkomsten: werken loont altijd
Een grote verandering en toch wel een verbetering ten opzichte van de WAO is dat alle inkomsten lineair gekort worden, dat betekent ook dat je van alle verdiensten altijd 30% overhoudt. Bij de WAO ging het trapsgewijs en hadden inkomsten soms geen invloed, maar regelmatig zelfs zo dat je bij honderd euro meer verdienen met werk, wel 200 euro aan uitkering inleverde.
De WIA is niet alleen de opvolger van de WAO, maar kent ook een stuk WW. Daardoor hoeven mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn niet meer twee uitkeringen aan te vragen zoals vroeger, maar nog slechts één.